Terug naar vorige
Spaargeld brengt bij de bank nauwelijks nog iets op. En omdat u er wel belasting over moet betalen, wordt het saldo op uw spaarrekening steeds ietsje lager. Is daar nou niets aan te doen?
De laatste jaren zijn de spaarrentes tot bijna nihil gedaald. Als u al 0,1% rente ontvangt, dan is dat in de huidige tijd al een behoorlijk hoog tarief.
Maar bij de aangifte voor de inkomstenbelasting moet u over het spaargeld (dat boven de vrijstelling uit komt) wel belasting betalen. En het tarief van die belasting varieert van 0,6% tot 1,61% (afhankelijk van de hoogte van het saldo), zodat u per saldo elk jaar behoorlijk inlevert.
Als u uw spaargeld in een B.V. (besloten vennootschap) onderbrengt, dan gelden er andere belastingwetten, met als gevolg dat u op uw spaargeld niet meer inteert als gevolg van het verschil tussen de te ontvangen rentevergoeding en de te betalen belasting.
Omdat de B.V. onder de vennootschapsbelasting valt, dient er in dat geval 20% (tarief 2018) van de daadwerkelijk ontvangen rentevergoeding te worden betaald, zodat er per saldo nog iets (ook al is het maar weinig) van de rentevergoeding over blijft.
Een rekenvoorbeeld.
Stel dat er sprake is van een positief spaarsaldo van € 300.000. Hiervan is € 30.000 (samen met een fiscaal partner € 60.000) vrijgesteld. Uitgaande van een echtpaar is er derhalve € 240.000 belast. Afhankelijk van het feit of er nog meer vermogen is (bijvoorbeeld een vakantiehuisje of een andere belegging) dient er over het belaste vermogen een belastingtarief te worden berekend, variërend tussen 0,60% en 1,61%. Voor dit rekenvoorbeeld gaan wij er van uit, dat er buiten het spaargeld verder geen vermogen is. Over de eerste € 70.800 dient 0,60% belasting te worden afgedragen en over de rest (€ 169.200) 1,30%. De totale belastingheffing komt dan uit op € 2.624. En dat terwijl u van de bank slechts 0,1% rente over € 300.000 heeft ontvangen, oftewel € 300. Elk jaar kost dit in dit voorbeeld dus ruim € 2.300.
Als het geld formeel niet meer uw eigendom is, maar toebehoort aan uw B.V., dan geldt een simpele belastingwet. Slechts de daadwerkelijk ontvangen rente ad € 300 wordt belast tegen 20%, zodat er per saldo in dit voorbeeld € 240 in de B.V. over blijft (bij overboeking naar privé dient vervolgens nog 25% afgedragen te worden, zodat er uiteindelijk € 180 over blijft).
Echter zijn er ook enkele nadelen:
1. er moet een B.V. worden opgericht, hetgeen éénmalig aan notariskosten tussen € 500 en € 1.000 kost;
2. elk jaar moeten de cijfers van de B.V. worden samengesteld en bij de Kamer van Koophandel worden gedeponeerd, hetgeen jaarlijks aan accountantskosten tussen € 500 en € 800 kost;
3. elk jaar moet een aangifte voor de vennootschapsbelasting worden gemaakt en ingediend, hetgeen jaarlijks aan accountantskosten tussen € 75 en € 125 kost;
4. als u het geld weer naar privé wilt overboeken, dient er opnieuw éénmalig aan notariskosten tussen € 500 en € 1.000 te worden betaald.
Al met al kan het u in het getoonde voorbeeld (na het eerste jaar) al gauw zo’n € 1.500 per jaar schelen. En hoe meer vermogen, hoe groter het voordeel. Uiteraard dient elk geval persoonlijk te worden beoordeeld om te zien of er sprake kan zijn van voldoende voordeel.
Heel globaal kan worden gesteld dat er minimaal sprake moet zijn van een vermogen van € 200.000 dat vrij beschikbaar is en dat het met dat vermogen behaalde rendement lager moet zijn dan 3%.
Om te kijken of het in uw situatie voordelig is om de voorgestelde route te volgen kunt u een afspraak met ons maken. Wij zullen dan samen met u de mogelijkheden doorrekenen.