Accountantskantoor Timmer

Vergrijpboete bij naheffingen omzetbelasting

HomeAccountancy NieuwsVergrijpboete bij naheffingen omzetbelasting

Terug naar vorige

Een vof heeft in een reeks van jaren stelselmatig te lage aangiften omzetbelasting gedaan. 

De Belastingdienst legde naheffingsaanslagen en vergrijpboeten op. De naheffingsaanslagen werden niet bestreden; de opgelegde boeten wel. Volgens de vof was van opzet of grove schuld geen sprake. Onder grove schuld wordt verstaan een in verwijtbaarheid aan voorwaardelijke opzet grenzende onzorgvuldigheid of onachtzaamheid.

Hof Arnhem-Leeuwarden was van oordeel dat het aan grove schuld van de vof is te wijten dat te weinig belasting is geheven. Het hof baseerde dat op de grootte van de te suppleren bedragen en het feit dat de vof zelf de totalen voor de aangiften omzetbelasting aan de adviseur, die de aangiften verzorgde, heeft aangeleverd. De vergrijpboeten waren vastgesteld op een percentage van de per jaar nageheven belasting. Daarbij is rekening gehouden met de geldende maximumbedragen. Hoewel de hoogte van de belasting inmiddels onherroepelijk vaststond, diende het hof te beoordelen of de boete een passende en geboden sanctie was voor het vergrijp dat is begaan.

De inspecteur heeft de opgelegde boeten na bezwaar gehalveerd. De rechtbank heeft de boeten verder gematigd in verband met een overschrijding van de redelijke termijn. Het hof zag geen aanleiding voor een verdere vermindering van de opgelegde vergrijpboeten.