Terug naar vorige
Een ondernemer voor de omzetbelasting heeft recht op aftrek van de omzetbelasting die door andere ondernemers ter zake van leveringen en diensten aan hem in rekening is gebracht. Voorwaarde is dat de ondernemer de geleverde goederen en diensten gebruikt voor btw-belaste handelingen. De ondernemer dient te kunnen bewijzen dat aan de voorwaarden voor het recht op aftrek is voldaan. Een van die voorwaarden is dat de in rekening gebrachte kosten rechtstreeks en onmiddellijk verband houden met het jegens een ander verrichten van een prestatie onder bezwarende titel, die niet is vrijgesteld van omzetbelasting.
Een fiscale eenheid voor de omzetbelasting heeft in een periode van minder dan twee jaar elf verzoeken om teruggaaf van omzetbelasting gedaan. De betreffende facturen waren door de fiscale eenheid opgesteld en omvatten zowel leveringen aan als leveringen door de fiscale eenheid. Alle transacties betroffen dezelfde vier partijen. Met deze partijen waren overeenkomsten van verrekening opgesteld. Betaling van de facturen vond plaats door middel van verrekening. De rechtbank Den Haag is van oordeel heeft de fiscale eenheid tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat andere ondernemers aan de fiscale eenheid leveringen hebben verricht. Volgens de inspecteur bedroeg de door de vier ondernemers in de betreffende periode verantwoorde btw maar een fractie van de btw, die op basis van de facturen had moeten worden verantwoord. Eén van de vier ondernemers is kort na de laatste transactie met de fiscale eenheid ontbonden. Van de andere drie is het btw-identificatienummer ingetrokken. Daarnaast waren bij de vier ondernemers ten dele dezelfde natuurlijke personen betrokken. Dat alles leverde een vermoeden van btw-fraude op.
De rechtbank heeft de beroepen van de fiscale eenheid ongegrond verklaard.